Als ik zo vrij mag zijn

Als ik zo vrij mag zijn…

Dan gun ik mezelf die vrijheid.
De vrijheid om te zijn.
Om te luisteren, zonder te hoeven reageren.
Om niets te hoeven veranderen aan een ander – enkel aanwezig te zijn.
En wie weet… misschien raakt mijn stilte iets aan bij de ander.
Of niet.
Ook dat is vrijheid.

Ik denk aan mijn vader. Hoe hij me leerde balanceren in het leven. Niet met grote theorieĆ«n, maar door eenvoudigweg te doen. Zijn pad ging zeker niet over rozen, en toch — altijd dat gebbetje. Een klein, lichtvoetig grapje. Straattaal uit Amsterdam, een lach met wortels in de stad en een timing die lucht gaf. Zijn humor was zijn ventiel. Zijn lach gaf ruimte. Zijn lach gaf vrijheid.

En mijn moeder — zij ving die grapjes op, en gooide ze terug. Soms met liefde, soms messcherp. Ze hielden elkaar in balans… of juist niet. Maar precies dƔƔr — in de onevenwichtigheid — ontstond beweging. Een openen. Net als cellen hun membraan moeten openen om leven toe te laten: zuurstof, voeding, ervaring. Alles wat nodig is om te groeien, te voelen, te zijn.

De wereld lijkt uit balans.
Is dat erg? Is het moeilijk? Moeten we daar iets van vinden?
Misschien niet direct.
Misschien is het genoeg om erin te kunnen leven.
Er naar te kijken.
En ondanks alles: mezelf te blijven ontwikkelen.
Misschien brengt onevenwicht juist beweging.

De wereld staat in vuur en vlam.
Soms letterlijk. Soms figuurlijk.
En daarbinnen: ik. Jij. Wij.
Niet afgescheiden van die wereld, maar ermee verweven.
Zoals rook in de lucht. Zoals damp opstijgt uit een kopje thee.
De onrust buiten raakt iets vanbinnen aan.
Maar in plaats van mee te glibberen in het rumoer,
ontstaat daar — in de ruimte tussen alles — iets anders.

Beweging. Qi. Levenskracht.
Niet als reactie, maar als antwoord.
Niet als paniek, maar als afstemming.

Vanuit die beweging word ik mij bewust van mijn eigen ritme.
Mijn eigen stappen.
Mijn eigen weg.

In mijn geval: van onbewuste tegenzin naar gerichte actie – hoe klein die soms ook lijkt.
Zoals mijn voetstappen niet ineens de hele wereld kunnen omvatten,
maar wƩl mij stap voor stap op weg helpen.
Soms stokt het even. Maar ook stilstand maakt deel uit van beweging.
Zoals een golf een punt kent van overgaan —
de stilte in de top —
waarin de energie zich omkeert.
Het oefenen met die golf, zoals in waterqigong,
laat mij voelen wat beweegt.
Wie beweegt.

In mijn beweging zit mijn leven.
En die beweging — in evenwicht met rust, niet altijd in de actiestand —
is noodzaak.
Zodat ik daarna weer fris, moedig en vanuit mijn echtheid kan staan voor vrijheid.
Niet alleen voor mijzelf, maar voor Ɣlle levende cellen van de aarde.

En ik vraag me af — hoe is dat bij jou?
Hoe beweeg jij tussen geest en aarde?
Van lijden naar leiden?
Van praten naar doen?
Van stilte naar spreken?

En durf je, soms…
heel even maar…
te beginnen met de woorden:

ā€œAls ik zo vrij mag zijnā€¦ā€


* Noot:Ā De zin ā€œAls ik zo vrij mag zijnā€¦ā€ is afkomstig uit het oeuvre vanĀ Marten Toonder, geestelijk vader van Heer Olivier B. Bommel. Het is een kenmerkende uitdrukking van diens trouwe butlerĀ Joost. In Toonders wereld staat de zin symbool voor bedachtzaamheid, beleefdheid — Ć©n het lef om vanuit rust iets wezenlijks te zeggen.