Willen wat je hebt.

Zo fijn dat ik nu zelf de woorden die ik lang geleden heb gehoord, kan uitspreken: “Als je niet hebt wat je wil, wil dan wat je hebt.”

Ik krijg gelijk het verzoek of ik dit kan herhalen. Zeker, dus ik herhaalde het nog een keer: Als je niet hebt wat je wil, wil dan wat je hebt.

Ik wachtte rustig, keek naar het gezicht tegenover me en zag de verschuiving ontstaan: De ogen knepen iets dicht, alsof er iets helder verlicht werd in het brein en de ogen daarop reageerden.

Ik vroeg: ‘Wat doet dit met je?’

Ik weet het niet!

Het antwoord was eerst: ‘Ik weet het niet’. En vervolgens: ‘ Dit is een doordenkertje voor me’, Hij glimlacht erbij. ‘Ik weet nog niet precies wat dit met me doet, maar ik ervaar een opening, alsof dit mogelijk is. Het is moeilijk om precies dat te willen wat er is. En nu denk ik dat ik dit toch altijd al heb gedaan?’

Hij kijk me vragen aan, de ogen groot. Ik vertel wat ik zie in zijn gezicht. Hij reageert met stilte, keert zijn blik naar binnen. Mooi, voel ik. Misschien is dit precies het juiste moment om dit te horen. 

Stilte.

Ik ben stil met hem. En ontdek in mijzelf hoe belangrijk dit ook voor mij blijft: Willen wat je hebt. Het uitgangspunt van dit willen is het aanvaarden wat je hebt. Vanuit die positie is alles ontstaan in mijn eigen leven. Wat ik nu heb, wat ik kan doen, hoe ik handel en mijn reacties op wat er is en gebeurt in mijn leven. Zelfs in de wereld.

Soms is het veel wat ik heb: dan draag ik het, dan zeul ik het mee, dan wordt het zwaarder en zwaarder. En dan wil ik het zware heel graag delen met een ander. Spreek ik het uit, geef het woorden en even valt de last van mijn schouders. Tot op mijn woorden een reactie komt en ik daarover uiteraard na moet denken. En zo blijft komt het gewicht weer terug in mijn gedachten. Malen, heroverwegen, herkauwen, inslikken en onderdrukken. Het gaat door tot het groeven zijn in mijn lijf die rimpels van zorgen maken. 

Ik strijk over mijn voorhoofd, mijn ogen ontspannen direct. Ik verplaats mijn aandacht naar mijn kaken en laat ze los van elkaar hangen. Mijn schouders ontspannen direct. Mijn aandacht zakt naar mijn hart en ze gloeit op van binnen, ze is blij met mij. Mijn maag ontspant, en ik slik en zak met mijn speeksel die ik nu kan volgen tot in mijn buik. Als een gouden elixer lost het op wat verwerkt kan worden. Iets wat zonder moeite gebeurt. Mijn buik wordt warm van het verteringsproces, mijn oven is warm en de gloed stijgt op verwarmt de aarde die in mij voeding geeft aan mijn groei en bloei. Ik stijg mee met deze groei en rek uit, raak de Hemel in mij aan. 

Ik glimlach als een monnik die de last (van de gedragen vrouw) eindelijk loslaat. Begrip daalt dieper in. Meer hoef ik niet, dit is voldoen-ing. Dankbaar kijk ik op, zie de ander en herken mezelf.

Ik wil inderdaad dit. Dit wat ik heb. Deze verbinding die ik in mij heb. Als een flow van licht, lichtheid en volheid. 

Gemak

Hij ziet me kijken, mijn herkenning schept een vredige rust. Met een zucht besluit hij dat het wel gemak zal geven. Hij zegt: ‘Om te willen wat je hebt. Het gevecht zou dan best kleiner kunnen worden, ik bedoel de gevechten om aandacht die in mijn hoofd plaatsvinden. Dat is wat me moe maakt, het leidt me af van wat ik heb.

We glimlachen allebei. Ik geef hem oefeningen mee om thuis te doen die hem helpen wat hij nu ervaart, te verwerken in zijn lichaam. Deze opening in zijn geest kan hij meenemen in de spanning in zijn maag. Het zijn kleine Qigong oefeningen die hij op elk moment kan doen. Tussendoor of langer en langzamer. Altijd terug naar aandachtig zijn bij het moment.

Hij knikt, schud me de hand en we nemen afscheid. Zonder nieuwe afspraak in te plannen. Eerst dit, wat er is aanvaarden, voor we verder gaan met onze sessies.

Wat een gemak om dit te ervaren als mogelijkheid in elk moment. Met anderen, met mijzelf. Altijd.

Even stil. even alleen maar zijn.

Dat is het leven.